De huidige kerndoelen zijn verouderd en te globaal geformuleerd. Ze sluiten niet meer aan bij maatschappelijke ontwikkelingen en voor scholen is het onduidelijk wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren. Daarom heeft SLO van het ministerie van OCW de opdracht gekregen om de kerndoelen te actualiseren.
Het is van belang dat er een actueel én uitvoerbaar curriculum komt voor iedere leerling en leraar. Om overladenheid te voorkomen, is aan de ontwikkelaars van de conceptkerndoelen een begrenzing aan de kern van dat leergebied meegegeven. Die begrenzing is vastgelegd in een kader ontwerpruimte kerndoelen, dat SLO in opdracht van het ministerie van OCW heeft ontwikkeld. Het curriculum moet uitvoerbaar zijn binnen de beschikbare onderwijstijd. Ontwerpruimte is de relatieve ruimte dat ieder leergebied mag vullen binnen die totale beschikbare tijd. Die verdeling garandeert dat de overheid niet voor alle ruimte bepaalt wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren, en dat de school gelegenheid heeft om de eigen identiteit en visie vorm te geven binnen het onderwijs en in kan spelen op wat haar leerlingpopulatie nodig heeft. Daarom is ervoor gekozen om op landelijk niveau kerndoelen te beschrijven die passend zijn binnen 70% van de beschikbare tijd. De resterende 30% biedt professionele ruimte voor schooleigen invulling. Zo kan gericht wordt besloten -op basis van de leerlingpopulatie- om meer tijd te besteden aan taal en rekenen, is er ruimte voor levensbeschouwing en profielkeuzes. Daarnaast moet ruimte blijven voor scholen die bijvoorbeeld Fries als leergebied aanbieden naast de reguliere kerndoelen. Bij het ontwikkelen van het kader is gekeken hoe actuele thema’s voldoende aandacht krijgen en hebben gelijksoortige leergebieden evenveel ruimte gekregen in het curriculum.
In het licht van het masterplan basisvaardigheden, was onderdeel van de opdracht dat het kader ruimte biedt voor het versterken van de basisvaardigheden Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Ingegeven door politieke urgentie is vervolgens de keuze gemaakt om voor het po de helft van het curriculum toe te wijzen aan Nederlands en rekenen en wiskunde. Voor de onderbouw van het vo is dat een derde van het curriculum. Scholen maken zelf keuzes hoe burgerschap en digitale geletterdheid een plek krijgen in het onderwijsaanbod van de zeven andere leergebieden, maar hebben bij de ontwikkeling van conceptkerndoelen wel eigen ontwerpruimte gekregen. Daarmee wordt zichtbaar wat de inhoudelijke kern van deze leergebieden is en wat dit toevoegt aan de al bestaande leergebieden.
Het kader ontwerpruimte is gevalideerd door de wetenschappelijke curriculumcommissie, met de Tweede Kamer gedeeld en vastgesteld door het ministerie van OCW als uitgangspunt voor de huidige actualisatie van de kerndoelen. De kerndoelenteams hebben het kader als basis meegekregen voor het actualiseren van de kerndoelen. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de verdeling van ontwerpruimte daarin.
De ontwerpruimte geeft een richtlijn mee aan curriculumontwikkelaars voor het actualiseren van de kerndoelen. Zo kan het curriculum uitvoerbaar worden gehouden voor leerlingen en leraren. De ontwerpruimte bepaalt niet de daadwerkelijke onderwijstijd per leergebied die een leerling krijgt. Dat is aan de school. Ook is het aan de school om eigen keuzes te maken die passen bij de visie, het profiel en leerlingpopulatie. Het kader schrijft ook niet het aantal uren per vak of leergebied voor dat op de lessentabel moet komen te staan. Het is aan de school om een lessentabel te bepalen die zowel recht doet aan leraren als leerlingen. In de praktijk zal dit het goede gesprek moeten zijn tussen de schoolleiding en het team voor po en de vaksecties voor het vo, mede op basis van de visie van de school in het professioneel statuut en met instemming van de medezeggenschapsraad.
Na het opleveren van de conceptkerndoelen worden deze zorgvuldig beproefd in én met de onderwijspraktijk voordat ze definitief worden vastgesteld. SLO ontwikkelt ook, samen met de betrokken scholen, leerlijnen en voorbeelden per leergebied. Dit helpt scholen om inzicht te krijgen in de vertaling van de kerndoelen naar een schooleigen curriculum.
De conceptkerndoelen zijn concreter geformuleerd, waardoor voor scholen duidelijk is wat hun leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren. De conceptkerndoelen geven daardoor richting en ruimte en bevatten kennis en inhouden die tot de kern van ieder leergebied gerekend worden. Dat kan de ervaren overladenheid verminderen.